Userbase

De federale toezichthouder op de telecomsector, het BIPT, heeft aan de operatoren een voorstel gedaan om de gepubliceerde internetsnelheden op een eenvormige manier te meten.

Momenteel bestaan er geen richtlijnen over de manier waarop breedbandaanbieders hun up- en downloadsnelheden moeten meten. Het gevolg is dat er in de reclame vaak 'geflatteerde' waarden worden gebruikt, die geen rekening houden met de individuele situatie van een klant.

Wie bijvoorbeeld ver van een straatcabine woont, zal een lagere downloadsnelheid op zijn telefoonlijn halen dan wie er dichtbij woont. De snelheden kunnen ook fors variëren naargelang het tijdstip van de dag: in het 'spitsuur', als er veel mensen online gaan, valt de gemiddelde snelheid per aansluiting terug.

Acht waarden

Volgens de BIPT-voorstellen zullen de operatoren daarom twee soorten snelheidsinformatie moeten publiceren: de snelheid over een periode van 24 uur, en de snelheid tijdens de piekperiode, tussen 19 en 23 uur.

Voor beide tijdsintervallen moeten ze zowel de upload- als de downloadsnelheid weergeven. Het BIPT vraagt bovendien niet naar de gemiddelde snelheid, maar wel naar de 'uiterste waarden' (voor de statistici: het centiel 25 en het centiel 75). Alles samen moeten ze in hun communicatie naar klanten dus acht verschillende snelheden vermelden, in plaats van één of twee zoals nu vaak het geval is.

Afstand

En dat is nog niet alles. De operatoren worden verplicht om hun klanten op te delen in verschillende categorieën, en voor elke categorie moeten ze de acht waarden apart meten.

Operatoren die de telefoonlijn gebruiken, zoals Belgacom, moeten categorieën maken op basis van de gebruikte DSL-technologie en de afstand tot de DSLAM (de spreekwoordelijke straatcabine). Operatoren die de kabel gebruiken, zoals Telenet, moeten hun klanten opdelen volgens het aantal abonnees per 'cluster'. Die andere indeling heeft te maken met de technologische verschillen tussen koperdraad en kabel.

Het gaat nog maar om een ontwerpbesluit dat nu ter raadpleging wordt voorgelegd aan de sector. Die kan nog reageren tot 19 oktober.

Inhoud afkomstig van: http://blogs.tijd.be/tzine/2012/09/eenv ... z25sK48JdS

Tim.Bracquez schreef:Of geef het gewoon zo weer: http://userbase.be/forum/download/file.php?id=4869

Petervanakelyen schreef:Die PDF is inderdaad ongelooflijk, dikke plus als EDPnet dat op http://lijntest.be/ zet

Petervanakelyen schreef:te verwachten snelheid en latency en de afstand tussen de ROP

Petervanakelyen schreef:en de routers kan je niet nochtans niet afleiden uit de modem.

Petervanakelyen schreef:Het gaat hier trouwens om een lijntest, m.a.w. iets wat je wil nakijken als je nog geen klant bent (en dus ook niet beschikt over een modem - laat staan met sync).

r2504 schreef:Men kan geen lijntest doen als er aan de andere kant niets is... nogmaals theorie dus !

• - Ik zag onlangs nog bij familie een "Telenet mono" abonnement, waarbij die mensen al jaren veel te veel betalen: 41.95€ voor een schamele 12/1 verbinding.
  - Ik zie hier en daar nog mensen met een ADSL sync van 4.6 Mbps die een Internet maxi abbo hebben (a) ze betalen veel te veel (i.p.v Internet Start) en (b) de "optie speed" zou bij iedereen spontaan ge-activeerd moeten worden zodat ze minstens 9mbps of 12 mbps krijgen (naargelang wat de lijn aankan).

tonym schreef:Zal voor de doorsnee consument alleen maar meer verwarring brengen.

Beter ware een verplichting aan de ISP's om per klant de te verwachten
Up/Down waardes op te geven in functie van hun aansluitingsadres.