Europa loopt achter op de rest van de wereld als het op glasvezel aankomt. Dat maakten Michael Gryseels en Duarte Begonha bekend, beiden zijn adviseur bij McKinsey & Company. Hun stelling: als je van een telecombedrijf naar een glasvezelbedrijf wil veranderen, ben je drie jaar verder. Europa moet daarom koste wat het kost opschieten met glasvezel.Gryseels en Begonha stelden vijf hoofdargumenten op waarom er zo snel mogelijk glasvezel (ftth) moet komen:
* bedrijven zullen winst mislopen wanneer zij niet inspringen in de glasvezelindustrie, want veel zakelijke "lines" zullen verloren gaan;
* er komen steeds meer bandbreedte-intensieve diensten, bijvoorbeeld 3D video en video on demand;
* op koper gebaseerde infrastructuren (denk aan het DSL-netwerk van Belgacom, de last-mile bestaat nog steeds uit koperdraad) zullen de toenemende bandbreedte niet meer aankunnen;
* de aanleg van glasvezel wordt steeds goedkoper, het kost ook veel minder om meerdere huizen tegelijkertijd aan te sluiten;
* de socio-economische voordelen van glasvezel zijn niet te ontkennen. Zuid-Korea, een land dat ver voorop loopt betreffende glasvezel en ftth, loopt mijlenver voor op e-learning, e-health en e-government.
Volgens McKinsey & Company kost het 300 miljard euro om Europa te voorzien van glasvezel. Geld dat overheden niet willen of kunnen betalen. 'Daarom moeten beleidsmakers en telco's samenwerken om modellen te vinden zodat glasvezel in Europa uitgerold kan worden', aldus Gryseels.
In tegenstelling tot onze buurlanden, is er in België geen glasvezelleverancier actief die particulieren aansluit op een fiber to the home-netwerk. Belgacom en Telenet hebben beide wel een fiber to the curb en fiber to the node-netwerk.
(foto: International Engineering Consortium, via Google)
UB Frontpage
